COLUMN 54: Aannames en Ongeduld

Begin maart 2020 werd duidelijk dat het Covid-9 virus ons leven zou gaan beïnvloeden. Het OMT moest maatregelen nemen om de ic’s niet over te belasten. Helaas was Covid-19 een onbekend virus en kon men niet putten uit resultaten uit het verleden. Men moest keuzes maken op basis van aannames om ons burgers te beschermen en dat was niet eenvoudig. Het advies in Nederland werd een intelligente Lock down. Dat kwam hard aan: Veel werd ons verboden, het normale leven stond op zijn kop. Na enkele weken ontstond er wel ongeduld: Wanneer mag dit weer? Wanneer kan dat? Zie daar maar eens eenvoudige algemene richtlijnen voor te maken.

Nu mijn ‘bruggetje’ naar het lopen… Bij de opbouw en ontwikkeling van hardlopers zie ik dat veel beginnende lopers vaak trainen op basis van aannames en ongeduld. De veronderstelling of aanname dat elke loper een snel opgevoerde belasting wel aankan. Gewoon zonder plan de trainingen dagelijks opvoeren. Doorgaans start men recreatief en al snel wordt een beetje talent ontdekt. Er wordt flink getraind want het moet wel ergens op lijken, op de sociale media. En de volgende training nog iets harder en liefst ook de afstanden snel uitbreiden! Zo gaat men door tot de eerste blessure zich aandient. En na een te korte ‘herstelperiode’ dienst zich alweer de volgende blessure aan.

Ik zie het vaak gebeuren via wat checks van de sociale media. Wanneer ik bij Uitslagen.nl de namen intik, zie ik hoe kortgeleden deze en gene is gestart met lopen en wat deze mensen nu allemaal al lopen. Hierbij ontstaan vaak door overbelasting blessures die mensen steeds terugwerpen in hun ontwikkeling.

Om goed te “rijpen” in je sport heb je minimaal 5 jaar nodig! Om progressie te boeken voeg je ieder jaar iets toe: de overload. Dat is geleidelijk steeds een beetje meer. Dit kan zijn: een extra training, langere afstanden, meer wedstrijden enz. Helaas wordt hiervan te vaak afgeweken, vanwege het ongeduld. Te vaak wordt aangenomen dat ieder lichaam die opgevoerde belasting wel aan kan.  Dit fenomeen ziet men ook al bij zeer jonge sporters. Snel wordt al 5 keer per week getraind. Als voorbeeld: een 14-jarig talentje. Wil men ieder jaar één training toevoegen dan betekent dat op zijn 19e levensjaar al 10 trainingen per week. Ervan uitgaand dat iemand tussen zijn 25e en 30e levensjaar op zijn beste niveau is, kan na zijn 19e levensjaar weinig tot niets meer worden toegevoegd om nog progressie te boeken. Nog erger is, wanneer blijkt dat de sporter rond zijn/haar 30e jaar al veel (sprong-)gewrichten kapot heeft gesport.

‘Om goed te ‘rijpen’ in je sport heb je minimaal 5 jaar nodig!’

Alsjeblieft, blijf tot je 18e jaar tot maximaal 3 à 4 keer trainen in de week. Het echte talent komt er ook na die leeftijd wel uit. Denk vooral ook aan het leven ná de sportcarrière.

Van recreatief naar prestatiegericht sporten is een enorme stap voor het lichaam. In de ontwikkeling hiervan dient de trainer een meerjarenplan te maken en te bewaken. Hierbij wordt ook uitgegaan van aannames, zoals het RIVM deed met het virus. Aannames van hoe je een lichaam kunt belasten en hoe een lichaam zich ontwikkelt. Aannames die ertoe bijdragen dat er geen blessures ontstaan. Immers: blessures werpen je hoe dan ook weer terug in je ontwikkeling. Dus: Ga voor zekerheid! Naarmate je langer en geleidelijk bezig bent je te ontwikkelen tot prestatief, ervaar je beter wat je lichaam wel of niet aankan. En ja, dit neemt tijd in beslag (5-7 jaar!) en Geduld. Voor zowel de sporter als voor de trainer/begeleider.

Waarmee wordt rekening gehouden in zo’n 5-jarenplan, bijv. voor een hardloper:

  • Het maximaal aantal trainingen per week/jaar
  • De maximale afstanden per training/jaar
  • De maximale intensiteit per training/jaar
  • Het maximale aantal wedstrijden per periode/jaar
  • De maximale afstand binnen wedstrijden/jaar

Uiteraard dient bovenstaande afgestemd te worden op het instapniveau van de betreffende lo(o)p(st)er en zijn/haar persoonlijke omstandigheden (privé, werk, ambitie). Jaarlijks kan het bovengenoemde rijtje dan geleidelijk worden uitgebreid.
De trainer bespreekt het plan met de persoon in kwestie en bewaakt het proces nauwkeurig. Na ieder jaar kan de progressie samen worden geëvalueerd.

De weg van ‘Geduld’ naar succes is via een goed opgebouwd meerjarenplan sneller dan de route Ongeduld ‘steeds weer terug naar af’ te doorlopen.

@Looppatroon Huub van Langen.